Fellows

De minderheidsvordering in vennootschappen: van nu en straks

Indien een minderheidsaandeelhouder van oordeel is dat hij benadeeld wordt door de bestuurder(s) van de vennootschap, beschikt hij over een zogenaamde minderheidsvordering. Deze minderheidsaandeelhouder kan derhalve een aansprakelijkheidsvordering richten tegen de bestuurder(s) voor rekening van de vennootschap (W.V.V. art. 5:104-5:105 [BV], art. 6:89-6:90 [CV], art. 7:157-7:159 [NV]).

Dit houdt ook in dat indien een dergelijke aansprakelijkheidsvordering slaagt, de opbrengst toekomt aan de vennootschap. De minderheidsaandeelhouder zal hiervan (slechts) meegenieten pro rata zijn aandeel in de vennootschap.

Voor de minderheidsvordering gelden een aantal wettelijke voorwaarden. De belangrijkste zijn:

  • Minimumdrempel: In een BV of CV dienen de betreffende aandeelhouders minstens 10% van de aandelen te vertegenwoordigen. In een NV volstaat 1% van de stemrechten of een vertegenwoordiging van het kapitaal van minstens 1.250.000,00 EUR.
  • Geen kwijting: Enkel aandeelhouders die niet voor de kwijting van de betreffende bestuurder(s) hebben gestemd, kunnen een minderheidsvordering instellen. Dit is het geval indien zij tegen hebben gestemd, zich onthouden of afwezig waren op de betreffende algemene vergadering.

Een heikel punt in de praktijk is de vraag wie de kosten draagt om een dergelijke procedure te voeren om de minderheidsvordering uit te oefenen. Op vandaag voorziet het W.V.V. dat deze kosten steeds worden voorgeschoten door de betreffende minderheidsaandeelhouder(s). Indien de vordering succesvol blijkt, worden de kosten terugbetaald door de vennootschap. indien de vordering niet succesvol blijkt, blijven deze kosten ten laste van de minderheidsaandeelhouder(s). Dat schrikt velen af.

Op dit ogenblik is er evenwel een debat lopende in Commissie Financiën van de Kamer van Volksvertegenwoordigers om de bescherming van de minderheidsaandeelhouder(s) effectiever te maken. https://media.dekamer.be/meeting/56-017707-U0282 Wij houden u uiteraard stipt op de hoogte van zodra hierover verder nieuws is.

Zelf pleiten we er in dit kader voor om inspiratie op te doen bij het Nederlandse model. Bij het Nederlandse enquêterecht van de minderheidsaandeelhouder is het zo dat de kosten worden voorgeschoten door de vennootschap. Slaagt de vordering, dan kunnen deze kosten worden verhaald op de aansprakelijke bestuurder. Slaagt de vordering niet, dan blijven de kosten ten laste van de vennootschap, behalve indien de minderheidsaandeelhouder zijn recht op onredelijke wijze heeft uitgeoefend, in welk geval hij (logischerwijze) zelf instaat voor de kosten.

Onze insteek ter zake werd ook opgepikt door De Tijd.