Om zich te beschermen tegen de strengere regels inzake bestuurdersaansprakelijkheid, laat de bestuurder best een bestuurdersovereenkomst opmaken die inspeelt op die nieuwe regels.
Het nieuwe aansprakelijkheidsrecht verzwaart immers aanzienlijk de aansprakelijkheid van bestuurders van vennootschappen (nieuw Boek 6 B.W. – onze nieuwsbrief van 1 februari 2024). Daarbij kan een bestuurder sneller persoonlijk aansprakelijk worden gesteld door een schuldeiser van de vennootschap.
Bovendien stelt het nieuwe Wetboek van Vennootschappen dat de bestuurder zijn aansprakelijheid niet kan beperken ten aanzien van de vennootschap bij overeenkomst. Beperkingen ten aanzien van derden daartegen zijn wél toegelaten. Denk maar aan schuldeisers van de vennootschap.
Dat risico kan grotendeels worden ondervangen met een aangepaste schriftelijke bestuurdersovereenkomst tussen de bestuurder en de vennootschap. Wanneer het er op aankomt, kunnen de bepalingen van die bestuurdersovereenkomst dan worden tegengeworpen aan de schuldeiser die een bestuurder persoonlijk wil aansprakelijk stellen voor een schuld van de vennootschap.
Maar maatwerk is geboden. Clausules tot beperking van aansprakelijkheid (exoneratiebedingen) zijn onderworpen aan specifieke regels uit het contractenrecht. Wie te veel wil, eindigt soms met niets.